Begin 2013 werd ons vorige hondje Fanny, 13
jaar oud, plotseling heel erg ziek. Na onderzoek in Utrecht bleek ze
alvleesklierkanker te hebben, met uitzaaiingen in de lever. Niets aan te doen.
In een paar weken tijd moesten we afscheid van haar nemen, wat waren we
verdrietig.
“Voorlopig geen nieuwe hond en zeker niet één
die op onze oude Fanny lijkt”, nam ik me voor, want eerst moest het gemis
verwerkt worden en anders ga je maar vergelijken met je oude, onvervangbare
lieveling.
Maar oh, wat miste ik de dagelijkse gewoontes:
de aanhankelijkheid en altijd vertrouwde aanwezigheid, het enthousiasme bij het
eten geven en samen er op uit gaan. In mijn verdriet kon ik het niet nalaten te
kijken naar hondjes die een nieuw huis zochten.
En zo kwam ik op internet ineens Nita tegen:
een kleine, wat hulpeloos ogende pup, die werkelijk als twee druppels water op
onze Fanny leek, maar dan in pup-uitvoering.
Ze zat in Zuid-Spanje, in de refugio van ACE.
Haar moeder was daar hoogzwanger binnengebracht en vervolgens bevallen van 4
mooie pups. Dus niet één hond die weer een nieuw tehuis zocht, maar ineens vier
extra. En de opvang zat al barstensvol….
Nachten lag ik te woelen in mijn bed: was dit
niet te snel na het verlies van Fanny? Maar ik kon haar niet meer uit mijn hoofd
zetten; ik hakte de knoop door en zocht contact met ACE.
De adoptieprocedure werd in gang gezet, ik
moest laten zien dat ik een ACE hondje waard was en na vragenlijsten invullen
en huisbezoek werd er groen licht gegeven.
Op 9 april 2013, 4 maanden oud, kwam Nita ’s
avonds laat aan op Schiphol. Wat was dat een emotionele ervaring, we voelden
ons echte adoptieouders.
Bij thuiskomst vanaf Schiphol was de
ontmoeting met onze kat van 10 jaar meteen goed,
vanaf dag één is ze dol op katten.
Omdat ze in de refugio was geboren en dus
gelukkig met mensen tot dan toe alleen goede ervaringen had gehad, was ze vanaf
het begin vriendelijk en open naar mensen toe. Maar verder was alles nieuw en
dus spannend voor haar.
We wonen de helft van de week in de altijd
drukke binnenstad van Amsterdam, de andere helft op één van de stilste plekjes
van Texel, een groter verschil is niet mogelijk.
De eerste keer dat we in Amsterdam op straat
liepen en er plotseling een hondje de hoek om kwam was er paniek: heel hard blaffen
en als een gek rondspringen aan haar riem. Wat was ze bang voor andere honden,
vooral met kleine hondjes moet ze een slechte ervaring hebben gehad want daar
was ze panisch voor.
Kinderwagens, rolkoffertjes, paraplu’s, mensen
met grote capuchons: alles was eng.
Ook lopen aan de lijn was wennen. Een
combinatie van een tuigje en halsband met twee lijnen werkte het beste.
Plassen en poepen buiten op straat in
Amsterdam was ook een hele opgave, het was zo druk en zo vol spannende dingen
dat ze vaak niet de rust kon vinden. De eerste paar keren rende ze, na
uitgelaten te zijn, thuis meteen haar bench in om daar te gaan plassen. Maar al
heel snel begreep ze dat plassen en poepen buiten hoort te gebeuren.
Op Texel was alles natuurlijk veel
makkelijker, daar kon ze lekker rustig in de tuin haar gang gaan.
En wat paste ze zich wonderwel snel aan!
Ze leerde aan de riem te lopen, buiten op
Texel netjes los mee te lopen, zonder meteen weg te hollen. Ze leerde de
schapen kennen, de eenden en de paarden, zonder achter ze aan te jagen.
En na al die activiteiten heerlijk ontspannen
slapen.
|
Ze ging zelfs al toen ze 6 maanden oud was mee
op reis naar Frankrijk. Ze is een zeer gemakkelijke reiziger: ze lag vanaf de
eerste keer autorijden heel rustig in haar bench in de auto, zonder piepen en
zonder misselijk te worden. Ook in het hotel onderweg was ze heel braaf en
rustig, zonder iedereen wakker te blaffen sliep ze rustig in haar bench bij ons
op de kamer.
In Frankrijk ging ze voor het eerst te water
in een helder, ondiep riviertje: wat was ze daarna trots en blij opgewonden. Nu
springt ze zonder probleem zo de sloot in, of rent de langs de omrollende
golven op het strand.
In Frankrijk leerde we ook voor het eerst haar
jachtinstinct kennen. Bij een avondwandelingetje stuitten we op een groep wilde
zwijnen: een moeder met een rij grote biggen. Ze renden hard voor ons weg en
Nita er achteraan. Wat zijn we toen geschrokken, maar gelukkig waren de zwijnen
sneller dan Nita en kwam ze, helemaal opgewonden, weer bij ons terug.
Ook op Texel merken we, nu ze volwassen is
geworden, dat er absoluut jachthondenbloed door haar aderen stroomt, we denken
zelf dat er iets van een Franse Basset Griffon in zit, speciaal gefokt voor de
hazenjacht. Ze vergeet alles en iedereen als ze een haas tegenkomt en vliegt er
achteraan. Daar zullen we de komende tijd nog hard aan moeten werken om haar
dan weer onder appèl te krijgen.
In Amsterdam heeft ze zich keurig aangepast
aan het drukke stadsleven.
Andere honden vindt ze erg leuk, ze wil heel
graag spelen met honden die ze kent, zoals de buurhond op Texel, maar in een
voor haar vreemde omgeving blijft ze wat nerveus naar (vooral kleine) hondjes
en rent ze hard weg als ze plotseling op haar af komen. Wandelingen in het
Vondelpark, waar zoveel andere honden zijn, is daarom soms nog wat spannend,
maar langzaamaan gaat dat ook beter, de aanhouder wint.
Op Texel vindt ze het helemaal het einde: de
hele dag buiten hollen, gaten graven, muizen vangen samen met de kat.
Als we gaan rijden met de paarden rent ze
moeiteloos mee: ze is echt onvermoeibaar. Met haar gespierde achterpootjes kan
ze aardig wat snelheid maken en houdt dat ook flink lang vol.
Inmiddels is Nita een jaar oud en al weer 8
maanden bij ons.
Ze is opgegroeid tot een heel lief,
zachtaardig, vrolijk en gezond hondje.
Dol op mensen en vooral ook katten. Zodra de
kat van de buren op Texel langs komt wordt die uitbundig begroet en afgelikt,
om vervolgens samen te spelen en door de tuin te rennen.
Geweldig dat alle mensen van ACE en de dames
die haar in het vliegtuig hebben meegenomen de moeite hebben genomen om zo’n
kleine weerloze pup een nieuw en fijn leven te bezorgen.
Wat zijn we blij met haar, dank jullie wel!
Groeten en veel succes met jullie werk.
Nora Willebrands
Geen opmerkingen:
Een reactie posten