Ik ben Xiomara, ik werd op
straat gezet met mijn mooie harnasje, mijn over geparfumeerde vachtje, en mijn
hele bestaan,… De wereld kwam op me af, groot
en zo impressionant,… De angst in mijn ogen zei meer dan zoveel
woorden,… Wat er gebeurd is kan ik je niet
vertellen, maar mijn baasje liet me op de een of ander manier in de
steek,… Kwam me niet zoeken, niet ophalen,
niet redden van dit grote gevaar,… Auto’s raasden aan me
voorbij, kinderen schopten en schreeuwden op me, anderen trachtten me te vangen
maar geen van hen durfde ik vertrouwen,… Ik rende en rende en rende,… Tot ik niet meer
kon,… Bibberend van de koude en van angst gaf
ik me over,… Gelukkig kwamen lieve woorden op me af,… Toen werd ik naar een
kille kooi gebracht,… Angst, zoveel blaffende
honden, wat nu, mijn God wat nu,… Tot ik na enkele dagen besefte dat ik veilig
was,… Mijn verzorgers zijn lief, mijn
bezoekers adorabel, de vele vrijwilligers en studenten een
zegen,… Maar ik behoor niet te leven in een
kooi, waar de nachten lang duren, de medegenoten verdriet en wanhoop
hebben,… De dagen, uren, minuten,… Laat me hier
niet zitten,… Geen van ons is geboren om in gevangenschap te leven nadat een
baasje besliste ons te dumpen,… Teveel viervoeters worden dagelijks
onschuldig veroordeeld,… En ik ben er eentje van,…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten