Paultje en Polet werden door
een oude man ontdekt toen die aan een campo voorbij
ging. Hij zag de twee kleintjes liggen,
snakkend naar adem en meer dood dan levend,… De oogjes helemaal bedekt met
vliegen, met deze hitte, ondraaglijk in het
binnenland,… Twee kleine Podencootjes,… Ze hadden noch eten, noch
drinken,… Nadat hij ze had nat gemaakt bracht hij ze met spoed naar een dierenarts, in de hoop ze nog te kunnen
redden. Ze werden meteen verzorgd en beiden
hebben het gered, een waar mirakel,… De oude man nam hen beiden mee
naar zijn huis, en probeerde met man en macht een warme mand voor hen te
vinden. Hij ging ermee naar de markt, langs de
grootwarenhuizen, buren en vrienden, familie,… Overal,… Tot hij bij ons terecht
kwam met de volgende woorden: 'Kunnen jullie me niet helpen
met deze twee kleintjes, het zijn Podencootjes, ze zijn niet pluizig wit, geen
mode verschijnseltjes, maar Mevrouw, ze zijn zo lief,…’ Hij had ze
gered van de dood, had hen gekoesterd en lief gehad, maar niemand wilde hen,… Ze
weten niet wat ze missen zeg ik dan,… Dat zullen de mensen gauw
gaan weten, want het zijn toffe en prachtige pupjes, vanbinnen en
vanbuiten,...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten