Ze weten het, ze weten het: de
avond voordien worden ze gewassen en gestreken, mooi gemaakt voor
vertrek.
Hij gaat vliegen: onze Brady
die wij Witteke of Crocky noemen.
Toen hij werd aangevallen door
een andere hond, was de beslissing om hem mee te nemen vlug
gemaakt.
"Kom ventje, ga maar mee!" en
dan komt ie tussen de bende van Fabienne en Dirk terecht!
Een grote, een hele grote, een
kleine, een hele kleine en daar nog eentje en God daar
een knap dametje, amai 't is hier tof! Ik mag mee rennen en lopen, mag van tafel
lekker een stukje krijgen. Heerlijk spelen en knuffelen, wat ik al
grommend doe, maar ze begrijpen me hier. Zo zag je hem echt denken. Wat een
lieve hond! Ik had nog nooit eerder zo een hondje opgevangen. Na het bekomen van
alle ellende, ontpopte ie zich tot een echt tof gezinshondje, sociaal met
iedereen. Toen ontdekte ie de poezen!
Poezen? Hebben ze hier poezen?
In de keuken leven er twee! Twee ongenaakbare stoere dames, die zich niet laten
doen en als het moet een flinke dreun uitzwaaien ter verduidelijking dat er met
hen niet gesold wordt! Witteke, die durfde veel verder te gaan, wilde ze
eigenlijk eens lekker opeten, maar dat heeft ie in een week
afgeleerd!
Op een avond was
Ruby, onze stoere zelfmoordkat (zo noemen we haar!) weer eens in de hall, om
lekker uit te dagen! Alle honden in een vaart naar Ruby, die geen mm opzij gaat,
oren plat tegen de kop en kom op jongens, wie durft? "Ik!", zei Witteke, waarop een
heftige confrontatie volgde: piepen en sjiii en een hele zware discussie en toen
zagen we Witteke vlug tussen onze benen gaan zitten!
"Wat is dat? Wat denkt die kat
wel! God, wat een gemene kat. Kijk eens, ze heeft me
gekrabd!"
Ja, Witteke leerde het wel. Na
een weekje of anderhalf ging ie naast de zelfmoordkat Ruby om, in een
behoorlijke boog en dan van ik zie je niet, je bent er niet! Onze oude Shiva, nu 23, liet
ie voortaan ook gerust. De oude stokoude dame gunde hem geen
blik.
Hij kreeg stilaan weer zijn
zelfvertrouwen terug en was thuis echt gelukkig. Je kon zien dat het hondje van
een goede thuis kwam, die ook erg miste en na het
dodenstation echt afgezien had en bij ons helemaal goed gekomen
is.
En toen kwam de dag dat ie
naar zijn nieuwe baasjes vloog en we hem naar de luchthaven
brachten.
Hij had een
bang snoetje en keek echt triest. Je hart breekt, maar je weet dat het het beste
voor hem is. Wij hebben er al zoveel en er wachten er zovele die ook even bij ons moeten
recupereren, en dan: daar gaat ie, slik en slik en morgen gezond weer
op.
Geluk, kleine man, van ons
allen zoveel geluk toegewenst. We zullen je nooit meer zien, maar elke keer
blijft er toch iets in ons hart. Wij denken nog vaak aan onze fostertjes. Dat is
nu eenmaal zo. Ieder met zijn eigen stempeltje...
Iedere dag volgen wij het wel en wee, ene keer met een lach, andere keer met een traan. Jullie verrichten super werk. Marko en Fabiola, en een dikke knuffel van Arkodos y Lorraine
BeantwoordenVerwijderen