Na drie jaar zonder hond te leven kon ik het
niet meer volhouden. Ik had een zware baan achter de rug en een leven waarin
een hond een hondenleven zou hebben. Maar nu na een dik half jaar zonder al te
veel werk begon ik elke dag te denken aan hoe het zou zijn als ik toch weer een
hond zou kunnen laten plaats nemen in mijn stulp in Amsterdam. Dat klinkt niet
heel erg hondvriendelijk, maar ik woon in een aardig huisje begane grond en aan
een kade met veel gras en water, een tuin aan de achterzijde en een eigen
voordeur. Op een steenworp afstand van het Vondelpark of het Amsterdamse bos.
In de zomermaanden leef ik in een tuinhuis met een hele grote tuin nabij het Nieuwe
meer. Wandelen in mijn eentje vond ik inmiddels geen zak meer aan. U voelt het
al, er werd behoorlijk aan mijn deur gekrabd. En dan is de vraag: door welke
hond? Een rashond? Een jonge hond, een oude hond, een asielhond, een
vrouwtjeshond of een mannetjeshond, een pup of toch een wat puberiger
exemplaar. Ging ik vroeger eens naar het asiel of nam ik een pup uit een niet
direct gewenst nest, nu heb je Google. Dus Google je ‘hond’. Ik weet niet hoe
het alle andere ACE adoptanten is vergaan, maar ik ben er dagen, weken zo niet
anderhalve maand mee bezig geweest. Ik wist, ik wilde een vrouwtje, want ik ben
zelf klein van stuk en dacht dat is wat beter op te voeden dan. Ook wilde ik
geen pup meer, want hoe leuk ook, ik kan maar zo weer aan de bak zijn met een
baan in de media en dan is een pup me net te kwetsbaar. Ook wilde ik een niet
al te oude hond, want een beetje opvoeden en naar mijn hand zetten vond ik ook
wel belangrijk. Google leverde me zo veel sites op dat ik door de bomen de hond
niet meer zag. En ja Jezus al die lieve foto’s van oh zo zoete bekkies die je
dan aankijken en lijken te zeggen ‘ja ja ja ik wil’. Maar ik ben nooit zo goed
in internetshoppen, wil toch zien, voelen en ruiken. En hoe ik ook Googlede ik
kwam steeds weer op de site van ACE terecht. Kijken en lezen, filmpjes afspelen
met die oh zo zoete deuntjes. En ik dacht ik lijk wel gek. Een hond uit Spanje
hoe moet dat dan? Dan kan ik niet ruiken, voelen, kijken en nog veel
belangrijker even contact maken met de betreffende snuit. Voordat ik het wist
had ik een mail er uit gedaan naar aanleiding van een plaatje van een oh zo
schattig hondje. ‘Weet u misschien hoe dit hondje is? Is ze nog beschikbaar en
wat is er toch met haar lange staart?’,
mailde ik naar Pia. Ik kreeg binnen twee minuten antwoord. Er was niets mis met
haar staart, die was gewoon wat lang. En ja Chuli was nog beschikbaar. En nee
ze wist niets van dit hondje haar geschiedenis. De meeste honden komen uit
dodingsstations lichtte Pia toe. Dodingsstations? What the fuck is dat? Ik
spitte de hele site door en mijn mond viel open. Geen idee dat zo iets bestond.
En voor ik het wist mailde Pia mij met de boodschap: “ik zet haar even voor je
in ‘prereservation’ wat je tot niets verplicht.” De dagen erna keek ik behalve
op de site van ACE ook op marktplaats, baasjegezocht, dierenasiels.com en noem
maar op. Maar die kleine Chuli had me al te grazen….. Ik mailde de dagen er na
over en weer met Pia. En na een week besloot ik dit is niets voor mij. Ik kan
niet zo maar een hondje ophalen op Schiphol, hoe zeer ze me ook al in haar
klauwen had. Ik mailde Pia mijn excuses, dat ik er van afzag en ik toch heel
graag een hond eerst live wilde zien. Ze adviseerde me de honden die in de
opvang zitten in Nederland in de gaten te houden. Dan kon ik eerst een hond
bezoeken. Dat vond ik aardig van haar. Ze dacht mee en ik kon Chuli loslaten.
Dacht ik. Er ging weer een week voorbij. Ik keek weer op de site en zag dat
Chuli niet meer in ‘pre-reservation’ stond. Lullig vond ik dat van mezelf. Maar
hoe dat gaat met het wegduwen van meelijwekkende taferelen, ik kan niet de hele
wereld redden…. Wist ik veel dat ACE die zin als slogan heeft.
Toen had ik op eens een roostervrije week, ik
geef les dus had op eens een zee van tijd voor me liggen. Ik Googlede Transavia
en tikte Malaga in. Gewoon even kijken wat kost zo’n ticket nou in november?
Niet veel zag ik tot mijn vreugd. Ik belde Pia en vroeg haar of het mogelijk
was de Refugio te bezoeken. Of ik gewoon even langs kon gaan. En ik stortte mijn
hele vragenlijst omtrent de organisatie over haar heen. Ze gaf me alle
informatie en zei aan het eind van het gesprek “Ik zet Chuli dan weer even in
pre-reservation”. Nou, dan gaat het hard. Ik kreeg bezoek van Magda om te kijken
of ik wel spoor voor een hond. Dat bleek godzijdank geen probleem. Ze kwam hier
op bezoek en vooraf had ik gezegd neem vooral je hond mee. Wist ik veel dat ze
er drie had. Waarvan ook een ACE exemplaar. We kletsten gezellig er op los. En
ik boekte daarna een ticket en toen ging de bal rollen, richting Chuli. Ik
kreeg contact met Elvira die voor mij nog wat navraag deed over die kleine
boender daar. En zo ging ik naar Malaga. Toen kreeg ik telefoon van Nils want
ja, als je dan toch terug gaat vliegen kan je ook best wat honden onder je
hoede nemen. Hij wilde even weten of ik er ook een mee op schoot wilde nemen.
Geen probleem zei ik, buit me maar uit kan mij het schelen. Toen kreeg ik
contact met Mariëlle want ik moest natuurlijk wel even laten weten wanneer ik
dan kwam. En zij is naast al het secretariële, organisatorische en
ondersteunende werk dat ze doet in de Refugio ter plaatse ook ‘chef bezoek’ aldaar
in La Cala de Mijas. Eenmaal daar aangekomen en ingecheckt in mijn hotelletje
kwam ze me met de auto ophalen. En bij het binnengaan van het asiel was ik meteen
helemaal onder de indruk van het werk dat daar verricht wordt. Het eventuele
idee van dit tripje een minivakantie te maken met een beetje genieten van de
zon, de Costa en de tapas werd omver gelopen door 280 honden. Door luid geblaf,
gespring, gekwispel, gelik, geren en heeeeeeeeel veeeeeeel hondenliefde besloot
ik me de komende drie dagen op te werpen als vrijwilliger. Na mijn drukke leven
in de media vond ik het wel eens goed om eens iets nuttigs te doen. Steve de
manager van het asiel, zette me meteen aan het werk. Samen met Jenny die daar
haar hele vakantie omzet in vrijwilligerswerk samen met haar man, ging ik
honden wassen. Hondjes die de volgende dag naar hun nieuwe baasje zouden
vliegen. Ik moest me enorm inhouden niet meteen naar het hok van Chuli te
rennen wat ik uiteraard aan het einde van de dag wel heb gedaan. En oh oh dat
was me wat. Daar zat ze dan samen met een grote zwarte Galgo in een hok. Kon ik
eindelijk ruiken, voelen, kroelen door de tralies en kijken hoe ze er nu
uitzag. Rustig rook ze aan mijn hand terwijl het hele asiel te keer ging. Ze
stond uiteraard op haar achterpootjes en werd omver gelopen door die grote
Galgo, te vinden op de site onder de naam Nemo.
Chuli maakte een ietwat ‘vinnut wel best’
indruk en bleef tamelijk relaxed tussen al het geblaf en de subiete
onderdrukking van Nemo die gewoon op haar hoofd ging staan. Ze worstelde zich
onder zijn lichte gewicht uit, want ja zo’n Galgo is wel groot maar niet zwaar,
noch grof. Ha, daar kwam ze weer met haar koppie door de tralies en ik was
meteen verkocht. Maar het was al half zes, de Refugio ging langzaamaan haar
poorten sluiten en ik stonk een uur in de wind inmiddels door ik weet niet
hoeveel hondenpootjes op mijn hele lichaam, stront onder mijn schoenen en mijn
eigen zweet van de hitte, de opwinding en het beetje werk dat ik had verricht.
Op naar het hotel. En morgen dan maar beter kennis maken met Chuli. Moest haar
ook nog niet helemaal in mijn armen sluiten, ik zou die nacht niet slapen. Want
de aanblik van zo’n hok werkt bij mij direct op een adoptiereflex. Wat dan in
zou houden, meenemen naar hotel, stiekem de kamer binnen smokkelen, met alle
gevolgen van dien. De volgende dag, ( ja heb ‘s-avonds lekker op een terrasje
gegeten en ja heb nog even langs het strand gelopen, een uiterst aangename
afsluiting na mijn eerste middag asiel) ging ik te voet naar de Refugio. Een
half uurtje lopen langs een weg naar boven. Goed te doen, en bood de
mogelijkheid de geboortegrond van mijn aanstaande viervoeter eens even goed te
bekijken. Een waar golfoord is het daar, benieuwd hoeveel golfballen ze
misschien ooit wel naar hoofd heeft gehad…. Eenmaal binnen in het asiel, kon ik
aanhaken bij Lisa. Een Finse werkneemster die al heel lang in Zuid Spanje woont
en al geruime tijd in het asiel werkt. Zij is slim en draagt rubber laarzen, ik
ben blond en draag bergschoenen. Met veters en profielzolen.. ik bespaar u een
beschrijving van wat er zich onder mijn voeten afspeelde want voor de gene wie
het niet weet, er zijn daar geen kattenbakken waar een hond netjes zijn
behoefte doet.
Vandaag ga ik was ophangen. Lisa legt me uit
hoe te handelen, hoe de was aan de lijn te hangen. Ik denk nog: alsof ik nooit
was heb opgehangen. Haar Engels is wat staccato en ik ben wat dovig dus ik laat
het voor wat het is en ga de was ophangen. Die bestaat uit dekens voor in de
benches en handdoeken voor na het wassen van de honden. Door gebrek aan een apart
drooghok of ruimte hang ik de was op aan lijnen die boven een stuk grond hangen
waar tien honden lekker los lopen. Ben inmiddels gewend aan minimaal 12 pootjes
tegelijk in mijn heupen en loop stoïcijns tussen het gespuis door. Ook het
telkens opnieuw oplaaiende geblaf begint al aardig te wennen. Een van de honden
uit de roedel op dit terreintje had mij de dag ervoor al de hele middag
achtervolgd. Een prachtige Podenco met groene ogen. Een meisje van een maand of
acht denk ik. Bij nader onderzoek bleek het te gaan om Helen, een van de ‘three
degrees’ die een aantal maanden geleden waren binnen gekomen. Ik probeerde mijn
hart in te pakken, want oh deze had mij uitgekozen. “Jij hier voor Chuli, maar
jij mij nemen, meenemen. Ik liever dan Chuli.” En dat dan niet één keer hè,
maar de hele dag door. Want die was was best veel, kwam geen eind aan. Lisa
wierp even een blik door het hek vanuit de sectie waar zij bezig was. Ze riep,
“you should turn the towels the other way round. This way the dogs will take
them”. Ik keek naar de was en zag dat de onderkant van een dekentje net zo hoog
was als een sprong hoog van bijvoorbeeld Helen. En ik dacht het nog niet of ze
had m al te pakken. “Now we have to wash it again”, zei Lisa breeduit lachend.
Mmmmm blijk ik zo’n vrijwilliger te zijn waar je meer last dan lust van hebt…
Helen zette het op een rennen en kroop met haar zojuist veroverde deken in een
hok. Toen ik er geen acht op sloeg (negeren, negeren, goed gedrag belonen, fout
gedrag negeren) vond Helen het tijd mij maar weer eens even de waarheid te
vertellen. “jij mij nemen, Ik liever dan Chuli”, ondertussen met haar lange voorbenen
op mijn boezem en hoofd zijdelings als een kat op mijn buik. En dan die groene
ogen af en toe dichtknijpend. Mijn god, Podenco’s zijn geen honden volgens mij. Een Podenco is
een kruising tussen een hert, een poes en een Barbie als je het mij vraagt. En
als je dan zo’n hoofdje aait blijft het gerust tegen je aangeleund. Ik hoopte
dat Chuli het niet zou zien, want oh oh ik ging me een partij vreemd.
Eén uur ‘s- middags, lunchtijd! Alle mensen
die rondlopen in de Refugio verzamelen zich naast het kantoor om even
gezamenlijk te eten. En vandaag zijn dat er met mij erbij slechts vier.
Ongelooflijk, vier mensen om 280 honden te verzorgen. Hoe en wat er zoal
allemaal gedaan moet worden leer ik de rest van de dag. Ik vraag aan Steve of
ik Chuli vanmiddag uit haar hok mag halen en even met haar op het speelveld mag
om haar wat beter te leren kennen. Ik kan mezelf nog net op tijd inhouden om er
niet achteraan te zeggen, “dan neem ik Helen ook meteen even mee”. Neeeeee geen
twee honden mee naar Nederland. Eén is al een heel karwei. Steve vindt het
goed. Dus ik juich van binnen. Maar eerst nog even een klus klaren, want voor
wat hoort wat. En wel alle honden van sectie 1 mogen naar het speelveld, om
eens even de benen te strekken. Dit is een behoorlijk karwei en er zijn wel wat
mensen voor nodig om zo iets in goede banen te laten lopen. Alle loslopende
honden moeten even in hokken omdat niet alle honden samen accorderen. Alle
honden van het asiel zijn opgedeeld in diverse roedels die je niet zomaar door
elkaar kan gooien. En ach dan zie je
zo’n hele troep los gaan op het speelveld. De waterhond pleurt zich zelf in een
badje, een zwarte lobbes scheurt het veld door en komt mank weer terug. “Komt
omdat ze geen eelt onder de voetjes hebben en de kussentjes zijn zacht door de
vochtige hokken, dan scheurt er wel eens een voetzooltje beetje open door dat
fanatieke geren op die harde Spaanse stenerige grond”, vertelt Jenny me. Ik
blijf me maar verbazen en heb werkelijk geen idee wat er goed of mis kan gaan.
Leer elke minuut wat over een hondenleven wat ook al wordt er hier zo goed
mogelijk voor ze gezorgd, toch echt een hondenleven is. Veel zitten lang in een
hok, allemaal krijgen ze veel te weinig aandacht, sommige zijn zo vreselijk
bang ook voor hun soortgenoten, sommige zijn mank, ziek of anderzins
hulpbehoevend. En dan zijn de honden hier nog niet eens alle honden die ACE ter
adoptie aanbiedt. Er zijn nog een paar aangesloten Refugio’s in de nabij
gelegen regio wat het grote aanbod op de site verklaart.
Chuli is door het dolle heen. Ik voel me
uiterst bezwaard dat ik alleen haar uit haar hok haal. Nemo laat ik zitten.
Maar hem niet alleen, ik laat 279 honden zitten, inclusief Helen. We lopen
samen naar het speelveld. Chuli aan de lijn en zo te zien niet de eerste keer.
Het lijkt er op alsof ze voor haar net-niet-einde in het dodingsstation een
baasje heeft gehad. Geen kettinghond lijkt me. Op het veld laat ze zich zelf
uit. Poepen, piesen en nog eens poepen, piesen. Grote cirkels scheurt ze in
haar eentje over het terrein. Ondertussen telkens veel water drinkend. Van
opwinding wat haar vervolgens weer laat piesen. Na een paar minuten probeer ik
haar te lokken. Ze moet even weten dat ik haar toekomstige baasje word als zij
dat tenminste ook ziet zitten. En tot mijn grote verbazing rent ze recht op me
af en doet ze alsof ik al jaren haar baasje ben. Ze rent net zo makkelijk ook
weer weg, maar wat wil je, na ik weet niet hoeveel uur hok met Nemo. Ik film me
een ongeluk zodat ik ‘s avonds in mijn hotel met mijn geringe verstand van
honden eens even goed kan observeren hoe ze is..
Dag twee in het asiel staat in het teken van
schoonmaken. Alle voederbakken even in de afwas, oude voer weg gooien en
vervolgens de hokken schoonspuiten met een harde waterstraal. Een baan bij
Artis is er niets bij. Hok in hok uit, hondjes begroeten, water geven, en dan
met de harde straal alle stront uit het hok spuiten. Dat ik in het begin de
stront
per ongeluk op mijn eigen voeten spuit, ben ik snel vergeten. Ook de
penetrante geur wen je aan, maar al die vragende hondensnuiten gaan nooit
wennen denk ik. Ik maak kennis met een Engels Koppel dat in de buurt woont en
heel veel puppies opvangt. Ook hebben ze een fosterhond die ze een paar keer
per week komen uitlaten. Goud waard, want even uit hun hok is natuurlijk het
allerbeste. Ze staan aan het einde van de dag samen met mij en hun fosterherder
op het veld als ik Chuli weer even heb meegenomen. Volgens hen is Chuli een
tophond, kan ik me geen buil aan vallen. Ik ga het zelf ook geloven. Na de
lange schrobdag ga ik nu nog viezer naar mijn hotel dan de dag ervoor. I.v.m. het
terugvliegen van de honden naar Nederland heb ik maar weinig bagage meegenomen
en heb ik slechts één setje voor in het asiel. Als ik naar het dorp terug loop
ben ik blij dat ik niemand tegen kom want ze zouden me aanzien voor een verwilderde
zwerfster ….
Dag drie in het asiel verloopt al wat
geroutineerder. Ik ga vandaag de honden wassen die de volgende dag vertrekken.
Een oude Cocker Spaniel die volgens mij nog amper kan zien schijnt soms te
grommen en te bijten wordt me meegedeeld. Dus als het niet lukt mag ik Steve roepen.
Nou lekker dan. Sta ik daar dit keer in mijn eentje in het washok. Dat bestaat
uit een badkuip op een verhoging met een douche. Ik til de oude Cocker er in en
lul een end in de rondte over een nieuw huis, vast een hele leuke baas en dat
een douche oh zo lekker is. Hij laat zich gewillig in het bad tillen en aaien
vindt hij ook helemaal goed. Als was in mijn handen laat hij alles toe. Soppend
schuim over zijn oude vachtje, wat nou grommen of bijten? Ik bestempel mezelf als
een allemanshondenvriendin! Kom maar op zelfs een pittbull kan ik wassen…
Einde van de middag gaan we weer een rondje
op het speelveld en jawel dit keer is de sectie van Chuli aan de beurt. Das
mooi denk ik, kan ik haar even goed observeren in de roedel. En ach mijn
besluit staat vast ondanks die te gekke, lieve, leuke, mooie Helen kies ik toch
voor haar. En dat betekent dus ook: wassen! Want morgen gaan we dan naar
Nederland. Na het scheuren op het veld, want mijn god wat kan ze rennen, neem
ik haar mee naar het washok. En daar doe ik alle vijf de honden die met mij mee
reizen meteen even in bad. Ik begin met puppy Pau die ook naar Amsterdam gaat.
Hij vindt het maar niets, spartelend en piepend stribbelt hij tegen maar ach zo
klein weet ik hem wel te temperen.
En dan Chuli! Nou die had toch echt iets
anders in haar hoofd. Grommen en bijten deed ze nog net niet, maar als was in
mijn handen kan ik nou ook niet zeggen. Ff snel dan maar doe ik het thuis wel
nog een keer. Na de wasbeurt gaan de hondjes even opdrogen in de benches met
een föhn op hen gericht. Dat vindt Chuli ook achterlijk. Een föhn? doe ff
normaal. Luidkeels staat ze in haar bench te protesteren. Ik denk dat wordt nog
wat. Als ik het washok verlaat gaat ze nog harder te keer. Dat wordt een fikse
training om de verlatingsangst in goede banden te leiden, denk ik als ik in
Nederland ben.
De volgende dag ga ik met Fabienne en een
vrijwilligster naar het vliegveld van Malaga. De kleine Pau gaat bij bij mee in
de cabine en vier grotere hondjes inclusief die van mij moeten in het ruim. Ik
denk niet na over hoe dat voor hen moet zijn. Is de kachel wel aan daar, staan
die benches wel een beetje recht? Poeh dat zijn van die dingen waar een jong
hondenmoederhart maar niet mee bezig moet zijn. Fabienne stelt me gerust en zij
kan het weten! ‘Kachel niet aan? Dan gaat de reis niet door natuurlijk!’,deelt
ze met haar fraaie Belgische accent mee. In de auto naar Malaga spreek ik haar
voor het eerst wat uitgebreider en ik kan niet anders concluderen: dit is een
doorgewinterde, energieke, fanatieke maar bovenal gedreven vrouw die haar hele
maar dan ook hele leven in het teken zet van haar missie: honden redden!
Eenmaal ingecheckt neem ik Pau aan de lijn
mee door de douane. Pas bij de gate gaat hij in de reistas. En ik heb nog nooit
zo’n gezellige sociale check in gehad, want alle Nederlanders die naar
Rotterdam vliegen vallen als een blok voor kleine Pau. Hoe oud is hij? Is dit
de eerste keer dat hij vliegt? Wat kost dat nou zo’n hondje mee in de reistas?
Tot hoeveel kilo mag dat eigenlijk? Ik probeer zo goed en zo kwaad uit te
leggen dat ik geen idee heb. Heb even een paar dagen meegedraaid in een asiel
leg ik uit. En heb zelf ook een hond die mee gaat in het ruim. Sta dus ff flink
reclame te maken voor ACE. Verwijs iedereen naar de website en leg uit hoe het
allemaal werkt. Hoop van harte dat alle passagiers de website van ACE gaan
bekijken maar hoop ook dat tijdens de reis en een eventuele paniek aanval van
Pau iedereen me nog steeds zo gewillig staat aan te kijken….
Eenmaal op mijn stoel zet ik Pau in zijn tas
lekker op mijn schoot. Doe mijn riem om en denk gaan met die banaan. Pau komt
in opstand en wil staan in zijn tas. Dat gaat niet dus streel ik hem in slaap.
Zo dat gaat goed. Bij het opstijgen vrees ik voor kabaal, maar eitje. Hij doet
niets. Echter ergens boven Parijs vindt hij het wel welletjes en zet het op een
blaffen, piepen en begint hij heftig te stijgeren in zijn tas. En ja daar gaan
de hoofden. Een voor een wordt er achterom gekeken…. Godzijdank zit er voor me
een peuter die nog veel harder gilt, dus dit loopt met een sisser af. Eenmaal
geland in Rotterdam begint mijn laatste etappe van het deze vrijwilligers
actie. Met Pau in mijn hand, mijn rugzakje op mijn rug loop ik naar de
bagageband. De toekomstige moeder van Pau zal we bij de schuifdeuren staan. Als
ook alle andere toekomstige baasjes. Ik moet even wachten op de benches met
daarin de andere vier viervoeters. Maar ik loop toch even naar de glazen deur
om te kijken of ik Angela zie waarmee ik al contact had omdat ik met haar mee
kan rijden naar Amsterdam. En ja hoor daar staat ze turend door het glas. Ik
til Pau uit zijn tasje en glip even snel naar buiten om haar haar jonge hond te
overhandigen. Angela sluit de kleine in
haar armen en ik zie geloof ik een traan. Poeh wat een mooi moment. Dan komen
de benches die ik op een kar moet zetten. Samen met een dame van de luchthaven
rol ik ze door de deuren alwaar Loek de opvangvrijwilliger het van me over
neemt. Ik zie allemaal flashlights van camera’s die alles vast leggen. Ik voel
me heel even een held. Mooi werk om hondjes over te dragen aan zulke gewillige
nieuwe baasjes. Loek neemt de paspoorten van me over en dirigeert iedereen naar
een rustig plekje buiten om alles rustig af te handelen.
En ja dan word ik zelf
ook even een blije nieuwe baas als Chuli uit haar bench komt. Ape relaxed loopt
ze er uit en begint meteen het winderige koude Rotterdamse luchthaven terrein
te besnuffelen. Zo nog even de auto in en dan kan ons leven samen beginnen. De
reis naar Amsterdam was enorm aangenaam. Een warm ontvangst van Angela en haar
moeder en een huisvriendin! Angela, Pau, Chuli en ik vleien ons neer op de
achterbank. Ze willen alles van me weten maar geen zielige verhalen wordt er
expliciet gezegd. “ik heb helemaal geen zielige verhalen” zeg ik trots. Het was
super leuk, leerzaam en aangenaam daar. De honden in de Refugio worden enorm
goed verzorgd, de mensen zijn leuk en werken hard. Ik heb enorm veel geleerd,
het is een geoliede organisatie!!! En nee die honden moeten daar niet langer
zitten natuurlijk, maar een asiel is een asiel. Of dat nou in Nederland,
Spanje, België of waar dan ook staat. We hebben pret in de auto en de hondjes
zijn rustig. Angela en ik kennen elkaar helemaal niet, maar het voelt als thuis
komen die rit naar huis. En nu eenmaal een week thuis met Chuli kijk ik terug
op een mooie tijd daar in Zuid Spanje. En Chuli? die blijft Chuli heten. Want
mijn vriend vroeg me nadat hij bij een Spaanse had gegeten “weet je wel wat
Chuli betkent?” Nee zei ik geen idee! “Schatje!” zei hij. “Is dat nou niet leuk
en lief?” En zo is het! Zo is ze!
Liesbeth
Wat een geweldig, ontroerend en positief verhaal!!! Odette.
BeantwoordenVerwijderendankje odette! groet liesbeth
VerwijderenMooi zeg, zou ik ook wel willen heel veel succes
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderenMooi zeg, zou ik zelf ook graag willen
BeantwoordenVerwijderenRia
Wat een heerlijk verhaal over dit spannende avontuur! Veel plezier met Chuli.
BeantwoordenVerwijderenmvg, Muriel, adoptant van Sandia (dec.2012).
Super leuk geschreven!
BeantwoordenVerwijderen